lezing over de zoetermeerlijn

Zoetermeerlijn, uniek openbaar vervoer voor groeistad

Uniek dat is deze Zoetermeerlijn. Toen 60 jaar geleden de plannen voor de nieuwe stad werden gemaakt, werd bedacht hoe iedereen tussen Zoetermeer en Den Haag het beste heen en weer kon reizen. Tijdens deze lezing op 21 september 2022 vertelde Hans Gosselink over de geschiedenis van de unieke Sprinter en we keken vooruit naar het vervoer van de toekomst met Jasper Ouwens, adviseur mobiliteit bij Sweco.
Bekijk hier de livestream van de lezing >

Uniek

Waar vind je, tot de dag van vandaag, een treinspoorlijn (inmiddels een lightrail-spoor) die zo is geïntegreerd in een nieuwe stad. En dat speciaal voor deze spoorlijn nieuw materieel werd ontwikkeld door de NS? De Sprinter, het nieuwe materieel, een nieuw type treinstel was experimenteel en werd voor het eerst op de Zoetermeerlijn ingezet.

Hans begint zijn mooie inhoudelijke verhaal met de woorden, lees disclaimer:Er is nog veel meer van mijn onderzoek op komst!

Het begint allemaal in de jaren 1957 – 1962 als het Instituut Stad en Landschap in Zuid-Holland; de Werkgroep Ontwikkeling Zoetermeer (1962-1971), nadenkt over openbaar vervoer (OV) voor forensen. Immers Zoetermeer wordt een groeistad en zal enorm veel mensen gaan huisvesten, die zeker in het begin voor een groot deel zullen werken Den Haag en regio.

Op welke wijze zullen de mensen gaan forenzen? Met alleen de auto, zouden de wegen snel vastlopen. De eerste gedachte was een tramverbinding. Maar dit bleek niet mogelijk, te duur. Dan ontstaat er een serieus overleg met de NS. Juist in deze periode wil de NS het experiment voor de ontwikkeling van streekvervoer aangaan en Zoetermeer blijft bij haar standpunt: Openbaar vervoer is er voor de stad en haar bewoners.

structuurplan met zoetermeerlijn
Structuurplan voor Zoetermeer 1968

We klappen de lus om

Uit 3 voorstellen voor het traject van de spoorlijn: de zo genoemde Tak-variant (Goudselijn), de Haak-variant en de Lus-variant werd gekozen voor de ‘Lus-variant’.

Groot nadeel van deze ‘lus’ was dat het centrum van de stad niet goed zou worden meegenomen in het traject. Dan komt Leo Torn, stedenbouwkundige werkzaam bij de gemeente Zoetermeer op het briljante idee: “we klappen de lus om”. Hij legt het in een overleg met de NS voor als een compromis en het wordt uitgevoerd.

Realisatie

Het is drie keer feest bij de realisatie van de Zoetermeerlijn.
In 1972 begint de aanleg en wordt symbolisch het eerste stuk spoor aangelegd door minister Drees junior en burgemeester Wegstapel.
In 1977 opening van de eerste fase: de zuidelijke lus door Prins Bernhard.
1979 is de Zoetermeerlijn gereed! Dan krijgt minister Tuijnman symbolisch een legpuzzel van het bijzondere traject met treintype Sprinter overhandigt.

Wat is er zo uniek?

  • Eerste na-oorlogse nieuwe spoorlijn / ontwikkeling van nieuwe treinvariant
  • Eerste stadsgewestelijke treinnet (in Nederland)
  • Ongelijkvloerse kruisingen, steile hellingen en veel bochten
  • Langere spoorstaven zodat er minder lasverbindingen zijn en minder geluid
  • Stations zijn 500-700 meter van huis! (vanuit de verschillende woonwijken van de compacte groeikern / stad)
  • Stations zijn onderdeel van centrale wijkvoorzieningen / wijkcentra
  • De kaartjesautomaat op de perrons (er is geen personeel mogelijk, veel te duur, op alle stations)
  • SGW het Stadsgewestelijk Materieel: de Sprinter (uit de wagonfabrik Talbot Aken)

De Sprinter stations

Ir. C. Douma in dienst van NS heeft de Sprinterstations ontwikkeld.  De overkappingen, de wachtlokalen, de loopbruggen en hellingbanen. Natuurlijk moest de Zoetermeerlijn met de Sprinter ook toegankelijk zijn voor rolstoelen en kinderwagens. Er gold bovendien een 1 procent regeling voor kunst. Een voorbeeld is de steptofoon of het voetcarrillon dat nu nog te vinden is bij de RandstadRail-halte Centrum West.

Zoetermeerlijn

Het treintype ‘Sprinter’

Het speciaal voor de Zoetermeerlijn ontwikkelde treintype, kon maximaal 120 km per uur bereiken in 90 seconden. Het heeft nieuwe bedienings- en besturingspanelen met knoppen. Heeft een deurbreedte van 1,3 m. En extra grote achteruitkijk spiegels (immers zijn conducteurs niet continue aanwezig op de trein!)

Hoe werd de Zoetermeerlijn gewaardeerd? De ‘Sprinter’ werd positief ontvangen. Er was zelfs in de krant te lezen “Sprinter wint terrein op auto”.

De andere kant was de sociale onveiligheid. Een trein zonder extra toezicht /conducteurs in de treinstellen en op de perrons geeft ook rumoer. Zo kreeg de Sprinter een aantal bijnamen: ‘voetbaltreinen’, Discolijn, en er was graffiti op en vernieling van kaartjesautomaten en op de stations. Overigens werd hier ook weer goed op gehandhaafd met ‘no pay no way’.

Toch wil de NS de Zoetermeerlijn in 1988 al weer afstoten, na 11 jaar! Zoetermeer krijgt dan alsnog de tramverbinding met Den Haag.In 2006 is de NS gestopt en in 2007 is de Randstad Rail, het lightrailtraject volledig opgestart.

De cirkel is weer rond… Dit openbaarvervoer-traject maakt steeds meer aftakkingen als lightrailverbinding tussen verschillende steden, maar de lus blijft omgeklapt! Zo is de nieuwste wijk Oosterheem ontsloten en loopt het traject nu door tot het nieuwe Station Lansingerland (Bleizo).

Vervoer in de toekomst

Wat heeft de toekomst nog meer voor ons in petto? Jasper Ouwens (Sweco) houdt zich bezig met deelmobiliteit, mobiliteitshubs en andere nieuwe vormen van vervoer. Zodat iedereen zich, misschien ook wel zonder auto, gemakkelijk en snel kan verplaatsen.

De zoektocht naar automobiliteit is al van lang geleden. Jasper laat wat mooie beelden van T-ford, een eerste SUV en een Amphicar zien.

Dat mobiliteit verandert zien we aan deelauto’s, maar ook aan de deelscooters en de ontwikkeling van een hyperloop. De zelfrijdende auto, de auto op waterstof, en wat dacht je van een bus in China die over de file heen kan rijden (heel hoog op de wielen). Een derde vorm die nog verder de toekomst in gaat is dat ‘alles met elkaar praat’. Er alleen nog maar onbemande mobiliteit is. Door ontwikkeling van drones en dat vervoer door de lucht nog een grotere vlucht heeft genomen…

Voor Zoetermeer pakte Jasper de Mobiliteitsvisie 2030 erbij uit 2017. ‘De best bereikbare stad’ en de ontwikkeling van een nieuw stadsdeel in Zoetermeer: de wijk Entree. Even een getal: 1 woning betekent 5-7 auto verplaatsingen per etmaal… Bij de te bouwen dichtheid past dit niet. Er moet gekeken worden naar alternatieven voor mobiliteit.

Mobiliteitshub

In de plannen voor de wijk Entree in Zoetermeer zijn daarom zogenaamde mobiliteitshubs opgenomen. Dit zijn OV-knooppunten waar je van het ene vervoer op het andere vervoer kunt overstappen. Dus van fiets op bus of van voet op fiets of van deelfiets op (huur)auto. Op zo’n plek zijn er ook mogelijkheden om anderen te ontmoeten en er even te verblijven voor een kop koffie of naar de kapper of…

Jasper geeft als voorbeeld van een mobiliteitshub een project waarbij Sweco is betrokken in Haarlem.

Hier is een woontoren met groen (verhoogd maaiveld) gecombineerd met fietsenstalling en busstation. Zo kun je gemakkelijk en ‘groen’ met de fiets het centrum in.

mobiliteitshub, beeld Sweco

Lezing Van Zoetermeerlijn tot mobiliteitshub en deelfiets is #03 in de reeks Zoetermeer groeit:

#01: lezing – Van polderdorp tot klimaatbestendige polderstad. Lees hier het verslag >

#02: lezing en film – Architectuur met schrootjes, zitkuilen en punaises

Deze (online) stadslezing is onderdeel van jubileumjaar Zoetermeer 60 jaar New Town. Bekijk alle activiteiten op Zoetermeerisdeplek.nl

Share your thoughts