Karel Lengkeek in zijn woning geportretteerd door Ton van Zeijl

Wonen in een galerijflat in New Town Zoetermeer – interview met Karel Lengkeek

Gebouwen van toen – mensen van nu. In het Kader van 60 jaar New Town Zoetermeer maakt Ton van Zeijl, fotograaf van het boek De Gave Stad over Zoetermeer (2004), fotoportretten van mensen in hun huidige Zoetermeerse woning. Van Zeijl praat met de bewoner(s) van de gebouwen die hij in 2004 fotografeerde. Gebouwen die typerend zijn voor de groeikern periode van Zoetermeer. In deze eerste aflevering Karel Lengkeek, die woont in een ERA-galerijflat naar ontwerp van architect J.P van Eesteren.

Is Zoetermeer jouw geboortestad?

Nee, ik ben in Den Haag geboren.

Wat was de reden dat jij of jullie in Zoetermeer kwamen wonen?

Een woning vinden, want in Den Haag lukte dat allemaal niet. Ik had wel een makelaar, maar het lukte hem eigenlijk niet zo goed om iets voor ons te vinden. Hij was al heel lang mijn voogd, omdat mijn vader overleden was, maar hij kon niks doen. Uhh, ja, sorry zeggen. Nou, toen heeft mijn schoonvader, die bij de Rijkspolitie zat, wat geregeld voor ons. En zo zijn we hier terecht gekomen en woon ik hier nog steeds.

Dus je bent daarna eigenlijk niet meer verhuisd?

Nee, eigenlijk niet, nee. We hebben wel heel veel huizen gezien. We zijn in wel vier wijken gaan kijken, maar uiteindelijk was dit huis toch onze favoriet.

Wat is het fijne aan deze woning?

De bereikbaarheid. Vlak bij het Stadshart, je hebt alle voorzieningen bij de hand, dat soort dingen. En verder is de indeling heel fijn. Een grote kamer en dan twee slaapkamers én de grote woonkeuken. Dat vind ik echt heerlijk. Die andere woningen hebben een extra kamertje maar een hele kleine keuken. Maar bij ons is de keuken eigenlijk de plek waar ons dagelijks leven plaats vindt. Voor ons heeft dat veel meer waarde, we eten er, mijn vrouw leest er de krant. We brengen veel tijd door op die plek. Het is eigenlijk de centrale plaats van ons huis. En ja, daar ben ik na al die jaren nog steeds heel blij mee. Mooi hé.

galerijflat in zoetermeer

Wat vind je leuk aan de stad?

Dat is een hele goede vraag. Wat vind ik leuk? Veel mensen en veel dingen om te gaan doen. Cafés, restaurants dat soort dingen. De laatste jaren is het een beetje minder, maar vroeger gingen we vaak uit eten en dat vond ik fijn. Ook het gemak van het Stadshart. Weet je wat zo mooi was toen we hier kwamen wonen in 1984? Dat je op 5 minuten lopen een winkelcentrum had en hebt. En dat was in andere wijken ook het geval. Weet je hoe fijn dat is. In Den Haag was dat wel anders.

Zijn er nog meer dingen die je belangrijk vindt te vermelden?

Jazeker, het Theater vlakbij. Daar zijn we heel vaak naar toe gegaan. In het begin werden we vaak uitgenodigd door een kennis van ons die goed geld verdiend had en die het leuk vond on ons mee te nemen. Ballet, zang, opera, cabaretiers, we hebben zoveel gezien in die jaren. En wat gaaf was; Joep Annegarn, hij is nu met pensioen, gaf aan belangstellenden, voorafgaand aan de voorstelling, uitleg over het programma. Dat was heel verhelderend en heel leuk. Je begrijpt dan veel beter waar zo’n opera over gaat.

Zijn er ook dingen die je wat minder leuk vindt aan de stad?

Nou nee, ik heb het reuze naar mijn zin hier. Ik begon in 1986 met het maken van kunst gebaseerd op geometrische vormen en dat boeit mij nog steeds. In die beginperiode maakte ik voornamelijk tekeningen. Later merkte ik dat mijn ideeën ook in combinatie met andere materialen konden worden uitgevoerd. Nu ontstaat er ook werk van perspex, kunststof en aluminium.

Experimenteren vind ik een essentieel en ook heel leuk onderdeel van het kunstenaarschap. Zo’n nieuwe uitdaging brengt weer nieuwe mogelijkheden. Zelfs een paperclip biedt mij mogelijkheden.

Karel Lengkeek in zijn woning geportretteerd door Ton van Zeijl

Escher was en is een van mijn grote voorbeelden en daarom werkte ik in het begin hoofdzakelijk in zwart wit. Het effect wat hij bereikte wilde ik ook halen! Kijk, als je bijvoorbeeld een trap oploopt, dan weet je hoe dat gaat. Maar Escher weet zoiets voor de hand liggend zo te veranderen dat je denkt ‘Er klopt iets niet’. Ineens lijken mensen heel anders over die trap te lopen. Dat fascineert mij.

Als je kijkt naar mijn tekeningen, dan lijken die te schuiven en te draaien. Dat bereik ik met geometrie. Ik speel met schaduw, licht en beweging. Als mensen dat dan ook opmerken en vol verbazing vragen aan mij stellen, vind ik dat geweldig. Ja, sommigen staan echt in verwondering te kijken!

De woonkeuken is de centrale plek in ons huis

Ik werk nu alweer enige tijd ook in kleur als onderdeel van mijn werk. Is het zwart wit werk al heel precies, in kleur werken vereist nog meer nauwkeurigheid. Het krijgt iets psychedelisch. De ervaring met mijn zwart wit tekeningen heeft daarin geholpen. Ik laat mij hierbij inspireren door kunstenaars als Mondriaan, Vaserely. Maar ik doe vooraf geen onderzoek of zoiets. Ik krijg gewoon een idee en al werkend ontstaat er dan een vorm. Als er een aantal werken klaar zijn dan kan ik ze in en bij mijn atelier exposeren. Zo wordt het ook gezien door heel veel mensen en ontstaan er weer gesprekken.

Dus, nee ik heb geen minder leuke dingen over de stad. En mocht dat wel eens een keer zo zijn, dan heb ik sowieso die uitlaatklep hé, mijn atelier in de Mammoet, nu de Unie geheten. Daar ben ik zo blij mee. Het is een ontmoetingsplek waar we goed contact met elkaar hebben en waar mijn werkgoed tot zijn recht komt.

Dit huis is deel van een galerijflat, kijkend naar het gebouw, hoe ervaar je dan de plek?

We hebben veel groen erom heen en daar ben ik heel blij mee. Het wordt goed bijgehouden, dat is óók fijn. Ik ga met de fiets naar mijn atelier aan het Bredewater, dat kan heel veilig. Soms rij ik door de wijk, gewoon een beetje freewheelen. Dat is ook lekker want je hoeft eigenlijk alleen maar op fietsers te letten. En ja, ok, die scooters natuurlijk. Maar, ik wil zeggen, je kunt in de stad overal betrekkelijk veilig naartoe fietsen door de manier waarop de stad gebouwd is in eerste aanleg. Het is van hier een kwartiertje fietsen naar de Noord Aa (de Zoetermeerse plas) en 7 minuten naar de Nieuwe Driemans polder.

Verder wordt onze flat nu ook gerenoveerd. Dat geeft af en toe overlast, maar ons huis knapt er helemaal van op. Als straks de verwarming klaar is dan hebben we eigenlijk weer een soort nieuwe woning in principe. Al met al is het dus heel fijn om in Zoetermeer te wonen.

Foto’s en interview met Karel Lengkeek: Ton van Zeijl

De serie Gebouwen van toen – mensen van nu is een samenwerking van Ton van Zeijl en ArchitectuurPunt Zoetermeer. Het artikel is gepubliceerd in het Streekblad 6-10-2022

Share your thoughts