Bouwen met hout in Zoetermeer rond 1970
In Zoetermeer werd in de jaren 1970 met houtbouw geëxperimenteerd en zijn in Seghwaert een aantal interessante woningen in houtskeletbouw gebouwd. Toen een nieuwe bouwtechniek. Tijdens de online lezing over nieuwe ontwikkelingen in de houtbouw op 23 juni 2020 toonde Judith Schotanus (coördinator ArchitectuurPunt Zoetermeer) een aantal voorbeelden.
Houtskeletbouw appartementen Vuurdoornpark
De woningen uit 1978 – 1980 aan het Brempark, Seringenpark en Vuurdoornpark zijn ontworpen door Passchier en Vandersteen. Bijzonder aan dit project is dat houtskeletbouw is toegepast bij gestapelde bebouwing van vier bouwlagen. Want juist het voldoen aan de eisen voor geluidoverdracht en brandoverslag tussen boven elkaar gelegen woningen is lastig bij houtconstructies. Daar moesten toen nieuwe oplossingen voor worden gevonden. Voor de constructie werd het Britse systeem Timber Structures Oxford toegepast.
Opvallende sculpturale en overdekte trappartijen leiden naar de galerij die aan de achterkant de maisonnettes ontsluit. Dankzij de terug liggende rooilijn beneden ontstaat er een overdekt wandelpad. Sommige straten zijn autovrij en door het gebrek aan trottoirs lijkt het straatbeeld op een woonerf. Naast de gestapelde woningen bevat het plan ook eengezinswoningen.
De houten gevelbekleding van red cedar is bepalend voor de verschijningsvorm. Dit hout is onbehandeld toegepast en is in de loop van de tijd op een natuurlijke manier vergrijsd. De draagconstructie, balustrades en zelfs de bloembakken van de balkons zijn gemaakt van dezelfde houtsoort. Hierdoor ontstaat er een eenheid, terwijl door de rijke detaillering en speelse opbouw van de bouwblokken, balkons en carports toch een heel gevarieerd beeld ontstaat.
Waterwoningen Wingerdpark
De opvallende houtskeletbouwwoningen aan het Wingerpark naar ontwerp van Ben Kraan zijn gebouwd in 1978. De woningen kragen uit over het water. Zo wordt de kavel heel efficiënt benut. Een interessante vondst is de schuine pui. Zo lijkt de woonkamer groter dan deze is en er ontstaat tegelijk meer privacy omdat je niet makkelijk van buiten naar binnen kijkt. De schittering van het water in het glas geeft bovendien een mooi effect. Deze uitkraging laat zien dat met hout grote overstekken gemaakt kunnen worden. Oorspronkelijk waren de houten gevels allemaal bruin van kleur, zo wist een deelnemer aan de lezing te melden. Nu zijn de meesten wit geschilderd.
Weinig navolging
De woontechnische en bouwtechnische resultaten van houtskeletbouw woningen in Nederland waren uitstekend tot ongeveer vier bouwlagen. Toch heeft deze bouwtechniek in de seriematige woningbouw nooit een grote rol gespeeld. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de economische crisis van de jaren 1980. Wel wordt de constructie veel gebruikt voor vrijstaande woningen en gevelvullende elementen in betonnen casco’s.
Industrialisatie in de bouw anno 1968
Naschrift: De motivatie voor bouwen met houtskeletbouw toen, vertoont opvallende parallellen met het gebruik van de nieuwe techniek massief hout in 2020, zo blijkt uit een voordracht uit 1968 van toenmalig minister Schut die houtskeletbouw stimuleerde:
“Sinds houten woningen en andere bouwsels in onze streken door stenen gebouwen werden vervangen, werden en worden zij in het algemeen als brandgevaarlijk en – in verband met het hier heersende klimaat – ook overigens als weinig duurzaam beschouwd. Houtbouw wordt bovendien nogal eens aangemerkt als een te verwaarlozen bijdrage in onze woningproductie, omdat die bouwwijze zich vrijwel uitsluitend zou lenen voor vrijstaande woningen.”
Schut vraagt zich af of er ondanks de technische vernieuwingen van dat moment wel behoefte is aan houten woningen: “Ons woningbouwprogramma van gemiddeld 125.000 per jaar kunnen wij met de bestaande arbeidsbezetting immers realiseren; de gebruikelijke bouwmaterialen zijn ook in voldoende mate beschikbaar. []”
“Als ik toch stel dat houtskeletbouw, zoals deze in Noord-Amerika tot ontwikkeling is gebracht wel degelijk onze grote aandacht verdient, is het om andere motieven.”
“Ik heb er al meermalen op gewezen dat, naarmate het kwantitatieve woningtekort afneemt, het verlangen naar een grotere differentiatie in woningtypen, naar meer variatie in woonvormen en naar een meer verzorgd woonmilieu zich sterker zal manifesteren. Dit betekent minder uniformiteit, betere kwaliteit en een ruimere keuze. Maar deze moeten mede mogelijk gemaakt worden door een relatieve verlaging van de productiviteit, vooral als gevolg van verdergaande industrialisatie.”
“Elke nieuwe bouwmethode, die de mogelijkheden daartoe biedt, en die kan concurreren met de bestaande bouwmethoden, moet ons daarom welkom zijn.” De minister ziet veel voordelen van houtskeletbouw, maar is wel van mening dat architecten, bouwers en uitvoerend personeel goed met de bouwmethode vertrouwd moeten zijn om haar doeltreffend en economisch te kunnen uitvoeren. Er werd daarom een stimuleringsregeling vanuit het Rijk opgezet.
Afbeelding boven: Cees Coers
Bronnen:
– Toespraak van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Ir. W.F. Schut op 24 oktober 1968. Met dank aan heer A. Schut
– Architectuurgids Zoetermeer
De Stadslezing werd georganiseerd door het ArchitectuurPunt Zoetermeer en vond plaats op 23 juni 2020 online vanuit het Forum. Met dank aan Bibliotheek Zoetermeer en gemeente Zoetermeer