panel gesprek over eenzaamheid en maatschappelijke opgaven voor architecten

Over eenzaamheid en hoogbouw – de maatschappelijke relevantie van architectuur

Rijksbouwmeester Floris Alkemade denkt dat de vindingrijkheid van architecten gebruikt kan worden om maatschappelijke problemen zoals eenzaamheid, mede te helpen oplossen. In de Theaterzaal van het CKC & partners is dinsdag 14 september 2021 de onafhankelijke documentaire ‘De Rijksbouwmeester – de kracht van de verbeelding’ vertoond.

De camera van filmmaker André de Laat volgde Alkemade drie jaar lang achter de schermen. We zien hem op de zolders, in de kelders en bouwputten van de rijksgebouwen waar hij verantwoordelijk voor is. En op de zolder van zijn eigen woning waar de kracht van de verbeelding alle ruimte krijgt. Zo ontstaat een persoonlijk portret en een inspirerend filmmozaïek van de in september afgezwaaide Rijksbouwmeester.

Na de film nam het panel plaats aan de statafels en ontstond er een stadsgesprek naar aanleiding van een aantal uitspraken van Alkemade uit de documentaire.

Het panel: Johan Roelofs – stadsbouwmeester Zoetermeer, Ellen Perik – Gebiedsmanager gemeente Zoetermeer, Arjen in ‘t Veld – Bureauvijftig, Janine Otten-Kardol – Jane Architectuur, Willem Hermans – stedenbouwkundige en schatbewaker.

Floris Alkemade op zijn zolder met verzameling ‘bezielde’ voorwerpen. Still uit de film

architecten moeten ontwerpen voor de problemen die de samenleving op dit moment kent

Zaal: Er is woningnood in veel steden, ook in Zoetermeer. Maar we zijn beperkt in ruimte en nu wordt er ook in Zoetermeer in de hoogte in gebouwd. Maar wat is de humor van hoogte? 70 meter is erg hoog. Wat is de onderbouwing voor deze hoogte(s) in de stad?

Johan Roelofs: De hoogte in bouwen – het staat ook in de visie 20-40 van de binnenstad van Zoetermeer – is met name voor jongeren en ouderen. Het belangrijkste is de straat die je ervaart. Vanaf 4 tot 7 woonlagen ontstaat er een straatwand. In de plint zijn de voorzieningen en ja 70 meter dat is een technisch optimum. Nog hoger bouwen wordt relatief een stuk prijziger. Het is een terechte vraag hoe in Zoetermeer die opgave gekoppeld kan worden in het volgen van de sky-line. Er is een storyboard nodig met de hoogtes, zodat je een afgewogen keuze voor een bepaalde skyline kunt maken. Hier ligt een opgave vanuit de gemeente in samenwerking met VVE’s.

Arjen in ’t Veld: let op wat de woonvoorkeuren van ouderen zijn… willen mensen wel of niet verhuizen? Na 2040 zwakt de vergrijzing af. Is de ouderenwoontoren dan ook geschikt als jongerenwoontoren?

Zaal: Licht er niet een te hoge last op de schouders van de architecten. Zou er niet meer grond gekocht moeten worden en wat zijn dan de condities? Op basis hiervan zouden de architecten kunnen verbeelden en niet andersom.

Is het een goed idee om ouderenwoningen naar het centrum van de stad te brengen, in de vorm van ‘hofjes’ ook in Zoetermeer?

zicht op Zoetermeer – still uit de film

architecten kunnen eenzaamheid niet oplossen, maar wel zorgen dat informeel contact meer vanzelfsprekend wordt in de dagelijkse gang van zaken

Ellen Perik: als gebiedsmanager in Zoetermeer ben ik bezig om de wijk Meerzicht leefbaarder te maken. Veiligheid en eenzaamheid staan op de agenda. Denk aan de verkeerd gelegen stoeprand die een enorm obstakel kan vormen voor iemand om even de deur uit te gaan. Ook in de Bergenbuurt wordt eenzaamheid ervaren.
Hier ligt een enorme uitdaging, hoe komen we wel met elkaar in gesprek, hoe faciliteren we als gemeente ontmoeting? Er zijn heel verschillende barrières die mensen ervaren. We zijn in gesprek met corporaties en er is een set van maatregelen. Oplossingen zijn vaak heel precies en persoonlijk. Het is kortom best moeilijk.

Er zijn mogelijkheden: *bijbouwen, *transformeren, *de ouderen voorbereiden op het feit dat er geen andere woning is.

Arjen in ’t Veld: “Ik ben cynisch over de rol van de architect.”

Johan Roelofs: over deze zaken kun je toch veel meegeven aan de architect, bijvoorbeeld bij hoogbouw: zorg voor kunst, maak het groen en klimaat adaptief.

Janine Otten: Vaak ben je enorm gebonden door het budget van de rijtjeswoningen en de vaststaande plattegronden zijn uitgangspunten vrij dichtgetimmerd. De vraag stellen wat is relevant aan bestaande woningen? Hierbij kan een architect wel degelijk meedenken. Veel kan dan veel flexibeler worden ingericht.

Bovendien kan er in Zoetermeer nog best wat veranderen aan het groen in de openbare ruimte. Er is veel van, maar lang niet alle parken zien er verzorgd en vriendelijk uit als een buitenkamer. Wordt bijvoorbeeld het Binnenpark dit wel dan kun je meer ontmoeting stimuleren.

Zaal: Ik denk dat de architecten zelf niet moeten afwachten maar initiatieven moeten nemen en zo de opgaven naar zich toe kunnen trekken. Bespreek een plan tot de verbeelding met elkaar als vakgenoten. Pak die pro-actieve houding.

Zaal: minder eenzaamheid door betere architectuur en inrichting is mogelijk maar luister dan toch vooral naar de gebruikers van de bestaande gebouwen. De leerkrachten op scholen de ouderen in centra. Zij hebben vaak de kennis en ervaring met allerlei situaties.

Arjen in ’t Veld: het is van belang dat verbeelding gebruikt wordt, niet alleen door de architect. Blijf tijdens de realisatie van een project steeds met de verschillende opeenvolgende deelnemers in dat bouwproject in contact. Blijf samen aan tafel. Dan kun je voorkomen dat in een flat voor ouderen waar een brandalarm afgaat, de lift niet meer toegankelijk is!

Willem Hermans: letterlijk een struikelprobleem kan zijn in de buitenruimte dat er op de weg van A naar B geen bankje is om even te rusten. Dit betekent een verlies aan kwaliteit dat zo eenvoudig is op te lossen.

Janine Otten: Is er niet net als in de film de mogelijkheid om positieve energie en ideeën te genereren door het uitschrijven van een ontwerp prijsvraag voor een specifiek aandachtspunt in de bouwontwikkeling van Zoetermeer? (zoals in de film getoond, Who cares? en Brood en Spelen, voor innovatie op het platteland)

still uit de film

repair with gold – verbeteren van wijken vanuit de zaken die niet werken of die mensen missen

Ellen Perik: hoe halen we de kracht hiervoor uit de bewoners? Het is een sociaal en een economisch vraagstuk van de woonbeleving. Het is van belang dat we de ‘ooghoogtes’ in beeld brengen. Daar is veel te doen en nog te winnen.

Zaal: In de waterbuurt is een fijne buurtvereniging waar activiteiten worden georganiseerd en we elkaar ondersteunen. Nu is er heel veel onkruid dat niet is weggehaald door de gemeente, daar waar wij graag een gezellige buurtborrel houden. Moeten we nu zelf de handen uit de mouwen steken?

Johan Roelofs: ook in Zoetermeer kan naboarschap er zeker voor zorgen dat je samen met je buurt het verschil maakt.

kun je alles bijzonder maken en een droomwereld toevoegen? Een element van verrassing maken?

Willem Hermans: Het park rond de Dobbe dat de verbinding kan zijn tussen de Dorpsstraat en het Stadshart!

Johan Roelofs: De verschillende wijkcentra en buurtcentra houdt de gemeente op het beheer hiervan scherp. Kom als samenleving en winkeliersverenigingen met ideeën  om hier mooiere ontmoetingsplekken van te maken.

Arjen in ’t Veld: Zoetermeer zou kunnen voorlopen in de vergrijzingsopgave. Juist nu. Als stad van het experiment.

Aansluitend werd vanuit de zaal volgende nieuwe website genoemd: www.jongseniorenZM.nl

Dit is wellicht een goed platform om met elkaar op een positieve manier in Zoetermeer voor alle generaties een (meer dan) goed leefklimaat te ontwikkelen en te laten zien!

Vertoning van de film in het CKC is mede mogelijk gemaakt door Cultuurfonds Zoetermeer, Netwerk Zoetermeer, gemeente Zoetermeer ter gelegenheid van de Cultuurzomer079 2021
De onafhankelijke documentaire ‘De Rijksbouwmeester – de kracht van de verbeelding’ is een coproductie van AdeL Producties en Multi Media Impuls. De film is tot stand gekomen met steun van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het BPD Cultuurfonds.

Share your thoughts